Deze hotfix betreft een content update voor boekjaar 2018.
Gewijzigde documenten:
1.4.1 Formulier cliëntonderzoek Wwft
Verwijderd:
Vraag 5:
Is er sprake van een vrijstelling voor het cliëntonderzoek?
Opmerking 1: Vrijstelling voor het cliëntonderzoek is mogelijk bij
- eenvoudige aangiften (geen belastbaar inkomen uit vermogen, overige werkzaamheden, onderneming en geen AB).
- Successieaangiften.
Opmerking 2: Bij deze vrijstelling blijft de verplichting tot melding van ongebruikelijke transacties bestaan.
Vraag 15:
Leg aan de hand van onder meer de juridische structuur van de entiteit en de beantwoording van de vragen verscherpt cliëntonderzoek vast van wie de identiteit moet worden geverifieerd.
Opmerking : Indien een natuurlijk persoon zich laat vertegenwoordigen dient ook de identiteit van deze persoon te worden geverifieerd.
Vraag 16:
Stel vast of er risico's zijn voor de werkelijke identiteit van de te identificeren personen.
Opmerking 1: De uitkomst van de gevonden risico's kan zijn dat extra verificatie nodig is, bijvoorbeeld om na te gaan of de documenten niet vals zijn.
Opmerking 2: Bij achterliggende belanghebbenden is verificatie alleen nodig als het risico daartoe aanleiding geeft.
Vraag 17:
Verifieer indien nodig de identiteit van de natuurlijke personen aan de hand van één van de in wet genoemde middelen en leg dit vast.
Opmerking : Paspoort, rijbewijs en persoonsbewijs zijn geldige identiteitsbewijzen.
Vraag 18:
Indien cliënt een rechtspersoon is, verifieer de identiteit van degenen die voor de rechtspersoon mogen optreden en leg dit vast.
Opmerking : Een zelf uitgeprint schermafdruk uit het register volstaat voor Nederlandse vennootschappen.
Vraag 19:
Bepaal aan de hand van het onderzoek wat het gevonden risico is op witwassen en of financieren van terrorisme.
Nieuw:
Vraag 14:
Op basis van de beantwoording van voorgaande vragen is bepaald welke personen (bestuurders en UBO’s) en entiteiten moeten worden geïdentificeerd, wat het voorlopige beeld is van het risicoprofiel van de cliënt; en hoever de verificatie van die identificatie daarom moet gaan.
Voer nu de betreffende identificatie uit en leg de bevindingen hieronder vast. Leg de relevante documentatie (KvK-uittreksels, statuten/oprichtingsakten, ID-bewijzen etc.) vast in het cliëntdossier (overweeg foto’s op kopieën van identiteitsbewijzen onherkenbaar te maken).
Hoe ver de vastlegging gaat is uiteraard net als de omvang en diepgang van de werkzaamheden afhankelijk van het aantal gesignaleerde risico’s en (overige) bijzonderheden.
Let op: identificatie van een natuurlijk personen gebeurt in principe in persoon; alleen bij wijze van uitzondering en bij een laag of standaard ingeschat Wwft-risico kan dit op afstand; bijvoorbeeld via een gesprek via Skype of Facetime o.i.d. Ook indien de cliënt onlangs geïdentificeerd is door een andere professional zoals een notaris of een collega-dienstverlener, is een identificatie in persoon niet nodig. Wel moet dan worden vastgelegd waarom er vanuit kan en mag worden gegaan dat de identificatie door de andere partij adequaat is uitgevoerd.
Vraag 15:
Bepaal op basis van de beantwoording van voorgaande vragen wat het Wwft-risicoprofiel (niveau van de gezamenlijke gesignaleerde risico’s rond witwassen en /of financieren van terrorisme) van de cliënt is en onderbouw de keuze. Leg het Wwft-risicoprofiel en ook voor zover mogelijk de gevolgen daarvan voor de werkzaamheden bij de opdrachtuitvoering vast in de bedrijfsverkenning. Let op: Een cliënt kan ook tijdelijk in een categorie zitten en later op basis van de ervaringen naar een ander risicoprofiel worden geplaatst. Dit wordt minimaal jaarlijks beoordeeld.
Kies uit 1 van de volgende categorieën:
- v.t. Vrijstelling Wwft
- (Zeer) laag risico
(bijzondere situaties zoals overheidsinstellingen, maar ook indien de dienst aan de cliënt eenvoudige aangiften betreft, zie vraag 2.1)
- Standaard/normaal risicoMeeste cliënten; bij dit vrij lage niveau van risico qua Wwft hoeven de werkzaamheden rond de dienstverlening aan de cliënt meestal niet te worden aangepast.
- Verhoogd risicoDit kunnen verder heel gewone cliënten zijn, maar er spelen dan waarschijnlijk specifieke bijzonderheden zoals een problematische relatie met de fiscus, veel contant geld verkeer, een fraudegevoelige branche, buitenlandse aspecten, een PEP, een cliënt die zelf onder de Wwft valt, etc. Bij dit risico dient de verificatie van de identiteit met extra aandacht te worden uitgevoerd en wellicht moeten bij de uitvoering van de opdracht ook meer werkzaamheden worden verricht; in de planningsfase van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de gevonden risico’s en moet beoordeeld worden of de werkzaamheden moeten worden aangepast.
- Sterk verhoogd risico
Dit gaat i.i.g. om cliënten die beroeps- of bedrijfsmatig goederen contant betalen of verkopen tegen bedragen boven de € 20.000 en om cliënten gevestigd /woonachtig in door de EU-aangewezen risicolanden en verder om risico’s zoals bij categorie ‘verhoogd risico’ zijn genoemd, die sterk spelen. Een dergelijke cliënt zal qua identificatie maar ook de dienstverlening zeker extra werkzaamheden met zich meebrengen, bijvoorbeeld het veel gedetailleerder dan bij andere cliënten doorlopen van de administratie, o.a. specifiek diverse tussenrekeningen en (de boekingen van) het kasverkeer.
Vraag 16:
Is op basis van eerdere vragen geconcludeerd dat de identificatie vereenvoudigd of zelfs helemaal niet hoeft te worden uitgevoerd? Leg om misverstanden te voorkomen minimaal wel een kopie van een id-bewijs van de relevante natuurlijk personen (ondernemers, vennoten, bestuurders) in het cliëntdossier vast en van relevante rechtspersonen een uittreksel van het Handelsregister.
Vraag 17:
Leg hieronder eventuele resterende bijzonderheden rond de identificatie/ verificatie van de cliënt vast.
3.3.18.6 Checklist loonheffing:
Verwijderd:
Vraag:
Zijn leningen aan werknemers verstrekt met geen of lage rente-afspraken, en/of blijven aflossingen hiervan achterwege?